Klimaatnieuws 6 september: schimmels, trage windturbines en kindersterfte

Klimaatverandering heeft effect op allerlei ziekten. Voor veel ziektewekkers zijn hogere temperaturen gunstig, al blijkt nu een plantenschimmel juist niet goed tegen de warmte te kunnen. Maar zwangere vrouwen in Afrika ten zuiden van de Sahara hebben een grotere kans hun baby’tje te verliezen na een hittegolf. Dit en meer lees je in deze editie van mijn klimaatnieuws.

Goed nieuws

Avondkoekoeksbloem | Foto Marcel Hospers (CC BY-NC)

5-9 Plantenschimmel kan niet tegen warmte. Klimaatverandering lijkt gunstig te zijn voor allerlei ziekteverwekkers, die bijvoorbeeld op kunnen rukken naar noordelijker streken. Maar biologen van de Universiteit van Maryland (VS) hebben ontdekt dat een schimmel die parasiteert op de avondkoekoeksbloem juist minder goed tegen de warmte kan dan zijn gastheer. Bij temperaturen boven de 30 graden kan de schimmel niet meer goed groeien, terwijl de plant daar geen enkel probleem mee heeft. Die heeft dan minder last van de schimmelinfectie. Ook kan de schimmel bij zo’n hoge temperatuur minder goed planten infecteren. Hoewel hogere temperaturen vaak in het voordeel zijn van ziekteverwekkers zijn er dus ook uitzonderingen, melden de onderzoekers in het tijdschrift Ecology. Zie ook dit nieuwsbericht.

Onderzoeker met schaalmodel van een windturbine | Foto Universiteit van Adelaide

3-9 Tragere windturbines beter en stiller. De voorste windturbines in een windpark vangen de meeste wind en draaien het snelst. Daar achter is er minder windenergie over, en draaien de turbines trager en produceren tot wel 30 procent minder energie. Onderzoekers van de Universiteit van Adelaide (Australië) hebben nu aangetoond dat het beter is om de voorste rij turbines wat af te remmen. Daardoor is het verschil in snelheid tussen de turbines kleiner, en produceren de achterste rijen meer energie. Alles bij elkaar verlengt deze ingreep de levensduur van de windturbines, wat niet onbelangrijk is. Naast het grondstoffengebruik zijn er ook de kosten van bouwen en afbreken, die enkele miljoenen per turbine bedragen. Een ander voordeel is dat de parken minder geluid produceren, wat prettig is voor omwonenden. Het onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Wind Engineering and Industrial Aerodynamics. Zie ook dit nieuwsbericht.

Tussen goed en minder goed

Veldwerk in een getijdenmoeras | Foto Universitat Autònoma de Barcelona

5-9 Beter inzicht in methaanproductie getijdenmoerassen. ‘Wetlands’, moerasachtige gebieden langs de kust, zijn belangrijk voor biodiversiteit en het verminderen van erosie. Maar ze leggen ook kooldioxide langdurig vast. Alleen kunnen zulke getijdenmoerassen ook methaan produceren, een sterk broeikasgas. Spaanse onderzoekers hebben de methaanproductie van 109 verschillende getijdenmoerassen in de VS in kaart gebracht. Daaruit bleek onder meer dat een hogere temperatuur zorgt voor meer methaanproductie. Ook varieert de productie gedurende de dag, afhankelijk van de activiteit van planten in het moeras. En in gebieden met een groot verschil tussen hoog- en laag water is komt er bij eb extra veel methaan vrij. Deze metingen bieden nieuwe inzichten in de rol van getijdenmoerassen bij de opname en uitstoot van broeikasgassen in tijden van klimaatopwarming. Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Global Change Biology. Zie ook dit nieuwsbericht.

Brand in de Northwest Territories van Canada (2014) | Foto NASA/Peter Griffith

2-9 Menselijke invloed op brand in noordelijke bossen. Door stijgende temperaturen warmen ook noordelijke streken op. Boreale bossen, zoals in Siberië of Canada, krijgen daardoor vaker te maken met droogte, wat de kans op bosbranden groter maakt. Maar temperatuur is niet de enige factor. Amerikaanse onderzoekers hebben daarom het aantal en gedrag van natuurbranden in deze streken in kaart gebracht met behulp van satellietbeelden uit de periode 2012-2023. In onbewoonde gebieden bleek het klimaat de belangrijkste verklaring te zijn voor bosbranden, bijvoorbeeld in Noord Amerika of het oosten van Siberië. Maar de aanwezigheid van mensen bleek de kans op branden zowel groter als kleiner te kunnen maken. In noord-Europa verkleinden maatregelen tegen natuurbranden in bewoond gebeid, zoals verminderen van de hoeveelheid brandstof, bijvoorbeeld de kans. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Geoscience. Zie ook dit nieuwsbericht.

Minder goed nieuws

Jonge moeder in kraamkliniek in Malawi | Foto Lindsay Mgbor/DFID Wikimedia

3-9 Warmer klimaat slecht voor zwangere vrouwen. De opwarming van het klimaat zorgt voor meer hittegolven, en dat is slecht nieuws voor zwangere vrouwen in landen ten zuiden van de Sahara. Onderzoekers van het Zweedse Karolinska Institutet hebben namelijk ontdekt dat hoge temperaturen in de laatste weken van de zwangerschap samen gaan met een hogere kans op een doodgeboren kindje en babysterfte. Zij analyseerden informatie over 138.000 geboorten in 16 kraamklinieken in Benin, Malawi, Tanzania en Uganda en keken naar de temperaturen in de laatste week van de zwangerschap. Hogere temperaturen dan gebruikelijk deden de kans op sterfte vlak voor of direct na de geboorte met ongeveer 30 procent stijgen. Tijdens de heetste maanden was dit zelfs 50 procent. De onderzoekers stellen dat er maatregelen moeten komen om vrouwen aan het eind van hun zwangerschap te beschermen tegen de hitte, bijvoorbeeld door isolatie of beplanting. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Medicine. Zie ook dit nieuwsbericht.

Stoffige valei in Californië | Foto University of California, San Diego

3-9 Schimmelinfectie in Californië komt vaker voor na droogte. Stofkoorts (coccidioidomycose) is een schimmelziekte die vooral de luchtwegen treft. De ziekte komt voor in het zuidwesten van de VS, het noorden van Mexico en delen van Zuid-Amerika. Patiënten hebben griepachtige klachten, maar de ziekte kan ook dodelijk zijn. De meeste besmettingen vinden plaats in het najaar (september-november), door het inademen van stof met schimmelsporen. Maar een nauwkeurige observatie van besmettingen in verschillende regio’s van de staat Californië door wetenschappers van de University of California in San Diego gaf een wisselend beeld. Opvallend was dat tijdens droge jaren de piek in besmettingen erg laag was. Maar wanneer dan de regens weer komen, is de piek juist extreem hoog. Waarom dit zo is kunnen de onderzoekers nog niet zeggen. Maar het wijst erop dat klimaatverandering van invloed kan zijn op de ernst van stofkoorts-uitbraken, omdat droge periodes daardoor vaker voorkomen. Het onderzoek is gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet. Zie ook dit nieuwsbericht.

Sinds 1995 ben ik actief in wetenschapsjournalistiek en -communicatie. Daarnaast geef ik workshops over het schrijven van wetenschappelijke subsidieaanvragen, redigeer ik zulke aanvragen en schrijf ik teksten over complexe technische/wetenschappelijke materie. Kijk voor meer informatie elders op deze site, of neem direct contact op via rene@scidutch.nl!

Please follow and like us:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.