Klimaatnieuws 2 augustus: hoopvolle berichten in tijden van klimaatverandering

Het klimaat verandert, en de gevolgen zien we ook op onze vakantiebestemmingen. Maar deze laatste Klimaatnieuwsbrief voor mijn eigen vakantie heeft toch een hoopvolle insteek gekregen. Niet dat het allemaal wel meevalt, of dat oplossingen gemakkelijk zijn. Wel omdat zonder hoop de inzet om klimaatverandering aan te pakken al snel minder wordt. Laat je dus inspireren door onderzoek gericht op het verminderen van de CO2 uitstoot, en onderzoek dat gaat over aanpassing aan het ‘nieuwe normaal’. De volgende Klimaatnieuwsbrief verschijnt op 30 augustus.

Verlaging uitstoot broeikasgassen

Beeld Duke University

30-7 Methaan emissies aanpakken is effectief. Methaan is een sterk broeikasgas, maar slechts 2 procent van alle klimaatmaatregelen richt zich op dit gas. Wel ligt er een afspraak om de methaan emissies in 2030 met een derde te verminderen. Omdat methaan niet lang in de atmosfeer blijft, heeft verlaging van de concentratie snel effect. Een groep wetenschapper doet in het tijdschrift Frontiers in Science voorstellen om methaan-uitstoot aan te pakken. Zo’n aanpak moet op maat zijn: landen die veel olie of gas produceren moeten lekkages bij winning en transport zoveel mogelijk voorkomen. In andere landen zijn vuilnisbelten de grootste methaanproducent. En individuen kunnen hun ‘methaan-voetafdruk’ verkleinen door minder vlees en melkproducten te gebruiken. Zo’n aanpak kan zeker kosteneffectief zijn, aangezien een ton methaan voor tussen de 470 en 1700 US dollar aan schade oplevert, wat stijgt tot 7000 dollar als ook de negatieve gevolgen voor gezondheid worden meegerekend. Zie ook dit nieuwsbericht.

Vis drogen | Foto Peter Collings

29-7 Lokaal voedsel in poolregio beter voor klimaat. De Inuit in de Arctische delen van Canada leven in een soort ‘informele economie’, waarin zij zelf voedsel bemachtigen via jacht, visvangst, verzamelen en vallen zetten, terwijl er ook een formele economie bestaat met mensen die in loondienst werken. Om te zien wat de gevolgen van centrale maatregelen tegen klimaatverandering (zoals een koolstof-belasting) zijn voor dit soort regio’s bepaalden onderzoekers van het Duitse Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie hoeveel fossiele energie er in de lokale voedselvoorziening verbruikt werd, afgezet tegen de energie voor geïmporteerd voedsel. In de onderzochte regio zou import van al het voedsel 3,1 miljoen Canadese dollars kosten en ongeveer 1000 ton CO2-equivalent aan broeikasgas opleveren. Een zelfde hoeveelheid lokaal verkregen voedsel kost 295.000 dollar en zorgt voor 496 ton CO2. Dus hoewel lokale voedselvoorziening op fossiele brandstof draait is het beter voor het milieu dan import, schrijven de onderzoekers in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. Zie ook dit nieuwsbericht.

Staalslakken bij een Britse staalfabriek | Foto Phil Renforth

28-7 Koolstof-arm staal kan lagere kwaliteit erts gebruiken. De productie van staal zorgt voor ongeveer 5 tot 8 procent van de wereldwijde uitstoot van kooldioxide. Onderzoekers van de Heriot-Watt University (Schotland) hebben nu ontdekt dat maatregelen die deze uitstoot verminderen er ook voor zorgen dat de industrie minder rijke ijzererts kan gebruiken. Het reduceren (zuurstof-vrij maken) van staal met behulp van koolstof zorgt voor de grootste uitstoot. Door biomassa te gebruiken voor de reductie en kooldioxide direct af te vangen is die uitstoot sterk terug te brengen. Ook de ijzerslakken die bij staalproductie ontstaan kunnen kooldioxide opnemen, tot wel 1 gigaton in 2050. Op dit moment gebruiken staalproducenten nog hoge kwaliteit ijzererts omdat dit goedkoper te verwerken is. Maar door subsidies voor vermindering van koolstof-uitstoot zou ook lagere kwaliteit erts commercieel interessant worden, zeker gezien het feit dat de hoge kwaliteit steeds zeldzamer wordt. De analyse is verschenen in het Journal of Cleaner Production. Zie ook dit nieuwsbericht.

Klimaatadaptatie

Monarchvlinder | Foto David James/WSU

29-7 Monarch vlinders planten zich voort tijdens winter. De Noord-Amerikaanse Monarch vlinder trekt tijdens de winter naar zuidelijker streken, doorgaans in Mexico maar ook in Californië. Biologen van Washington State University hebben nu ontdekt dat vlinders die in de omgeving van San Francisco overwinteren niet in winterslaap gaan, maar zich voortplanten. Met behulp van ‘burgerwetenschappers’ wisten ze te achterhalen dat van de 100 poppen die ze op de Google Campus in de gaten hielden ongeveer de helft als vlinder uit de pop kroop. Dat proces duurde ongeveer zeven weken, tegen tien dagen in de zomer. De biologen zien deze strategie als een aanpassing aan klimaatverandering. Zij stellen dat voor de westelijke populaties van de vlinder voortplanting in de winter belangrijk zal worden. Dat vraag wel om maatregelen: de vlinders voeden zich met nectar van de zijdeplant (een exoot), maar de huidige richtlijnen stellen dat die in de winter gesnoeid moet worden om infecties met parasieten te voorkomen. De beschrijving van deze klimaat-aanpassing is verschenen in het Journal of the Lepidopterists’ Society. Zie ook dit nieuwsbericht. Foto WSU

Gebleekt koraal | Foto Wikimedia

29-7 Afgestorven koraal vervangen kan een optie zijn. Wereldwijd gaat het slecht met koraalriffen door hogere watertemperaturen. Maar via een serie van drie artikelen in het tijdschrift Nature Climate Change stellen wetenschappers dat we niet te zwart/wit moeten denken over de koraalriffen. Zo is het mogelijk dat hun ecologische functie ook door andere soorten kan worden overgenomen, aldus één artikel. Er zitten allerlei risico’s aan zo’n vervanging van koraal, maar niets doen is ook risicovol, betogen de auteurs. Verder is het verhaal dat veel koraalriffen dreigen te verdwijnen soms te simplistisch, meer onderzoek naar de diversiteit van de reacties van riffen op verstoring is nodig. Een derde artikel verzet zich tegen technische oplossingen, zoals bio-engineering (aanpassen van koralen) of geo-engineering, technieken om de condities in de oceanen gunstiger te maken voor koraal. Dit soort techno-optimisme kan de aandacht afleiden aan de oorzaak van achteruitgang, zoals opwarming en milieuvervuiling. De drie papers zijn hier, hier en hier te vinden.

Judasboom in Californië | Foto Jim Thorne, UC Davis

29-7 Biodiversiteit van Californië kan zich aanpassen, met wat hulp. De Amerikaanse staat Californië staat bekend om zijn grote botanische soortenrijkdom. Die biodiversiteit willen ze graag houden, vandaar dat er een analyse is gemaakt van bedreigingen en kansen. Die is nu verschenen in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. De staat kent een uitgebreid mozaïek van microklimaten, wat betekent dat veel soorten bij opwarming kunnen uitwijken, bijvoorbeeld naar hoger gelegen gebieden of een koelere kuststreek. Toch zullen er ook soorten verdwijnen, zo is de verwachting. Maar door de klimaatveranderingen is het belangrijk om nu al te anticiperen op verplaatsing van soorten. Daarom is bijvoorbeeld een gepland windmolenpark langs de kust geschrapt, om te kunnen dienen als ‘vluchtplaats’ voor soorten in het binnenland. Verder moet het denken over natuurbranden veranderen. Nu is dit in Californië gericht op voorkomen van branden, maar de staat moet leren om vuur te gebruiken voor het onderhoud van ecosystemen. Een verbod op gecontroleerde branden zou dan ook moeten verdwijnen. Zie ook dit nieuwsbericht van UC Davis.

Please follow and like us:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.