Afgelopen week zagen we hoe Beryl, de vroegste categorie-4 tropische cycloon ooit, grote schade aanrichten in het Caraïbisch gebied. Extreem warm water in die regio zorgde ervoor dat een tropische storm in recordtijd uitgroeide tot een cycloon – en klimaatverandering speelt daarin natuurlijk een rol. Goed nieuws was er ook, over accu’s en gebruik van restwarmte. Lees meer in deze aflevering van mijn wekelijkse klimaatnieuwsbrief.
Goed nieuws
3-7 Goedkope, schone en snel-ladende accu zonder lithium. Voor zowel elektrisch rijden als energieopslag zijn er steeds meer en steeds grotere accu’s nodig. Omdat lithium relatief schaars en duur is, is er veel belangstelling voor natrium-accu’s. Daarnaast staan ook solid-state accu’s in de belangstelling omdat ze veiliger zijn, en anode-vrije accu’s die milieuvriendelijker en goedkoper zijn. Amerikaanse wetenschappers van de universiteit van San Diego hebben nu een accu gebouwd die alle drie deze voordelen combineert. Volgens de onderzoekers brengt hun ontwerp solid-state natrium-accu’s dichterbij, en zij stellen dat hun ontwerp beter kan werken dan een klassieke lithium-accu. Een beschrijving van het – gepatenteerde – ontwerp is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Energy. Zie ook dit nieuwsbericht.
3-7 Nieuwe methode maakt industriële warmte bruikbaar. Op basis van een uitvinding van het Nederlandse TNO heeft een Noorse promovendus, Kim Kristiansen, een methode ontwikkeld om energie te halen uit opgewarmd industrieel koelwater, dat daarmee ook nog eens gezuiverd wordt. Dit gebeurt door het warme water te laten verdampen via een waterafstotende membraan met daarin kleine poriën. De damp condenseert, waardoor warmte ontstaat die een drukverschil tussen beide kanten van de membraan veroorzaakt. Dat drukverschil is te gebruiken om energie op te wekken via een turbine. Kristiansen analyseerde dit proces en kwam tot de conclusie dat het in principe mogelijk moet zijn een flink deel van de warmte-energie uit de Noorse industrie om te zetten in stroom. De hoeveelheid restwarmte die daar geproduceerd wordt zou groot genoeg kunnen zijn om in de stroomvraag voor verwarming te voorzien. En voor landen met een beperkte watervoorraad zou de techniek ook nog eens gezuiverd drinkwater opleveren. Hij heeft dit gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Desalination. Zie ook dit nieuwsbericht.
Tussen goed en minder goed
1-7 Biomassa-productie en biodiversiteit: een kwestie van locatie. Biomassa is een (omstreden) vervanger van fossiele brandstof. Je kunt het direct verbranden, of omzetten in biobrandstof. Maar het aanplanten van gewassen voor de productie van energie gaat vaak ten koste van de biodiversiteit. Biologen van de universiteit van Surrey (VK) berekenden waar je die gewassen het best kan aanplanten. Hun conclusie is dat biomassa-productie zou moeten plaatsvinden op grond die nu al wordt gebruikt voor landbouw in Centraal Europa, de oostkust van de VS en in China. In deze gebieden bevat de landbouwgrond de minste biodiversiteit en de energieopbrengst is er het grootst. De onderzoekers merken wel op dat er nog andere factoren kunnen meespelen, zoals voedselvoorziening en de aanwezige energie-infrastructuur. Het onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Applied Ecology. Zie ook dit nieuwsbericht.
3-7 Micro-organismen bepalen koolstofopslag na smelten gletsjers. Wanneer gletsjers smelten blijft er vaak kale rots over. Op den duur vormt zich op die rotsen uit organische stoffen nieuwe grond, die koolstof kan opslaan. Hoe dat precies verloopt konden onderzoekers van de Duitse Ludwig-Maximilians-Universität München achterhalen via een natuurlijk experiment: zij onderzochten een zich terugtrekkende gletsjer op Spitsbergen. De resultaten publiceerden zij in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. Bij de rand van het terugtrekkende ijs was er alleen de rots, maar verder van de gletsjerrand af werd die grond gekoloniseerd door verschillende organismen. Dichtbij de rand waren dat vooral schimmels. Verderop, waar de bodem al langer ijsvrij was, domineerden bacteriën. De schimmels leggen vooral kooldioxide vast, maar in nieuw gevormde grond stoten bacteriën via hun stofwisseling juist meer kooldioxide uit. De onderzoekers concluderen dat schimmels een cruciale rol spelen bij de koolstof-opslag op plaatsen waar gletsjers verdwijnen. Zie ook dit nieuwsbericht.
Minder goed nieuws
2-7 Opwarming klimaat slecht voor ongeboren kind. Een hogere omgevingstemperatuur tijdens de zwangerschap vergroot de kans op kanker bij het kind. Die conclusie trekken wetenschappers van de Yale School of Public Health (VS). Zij keken naar de relatie tussen de omgevingstemperatuur van zwangere vrouwen en de kans op acute lymfatische leukemie (ALL) bij hun kinderen. ALL is de meest voorkomende vorm van kinderkanker, die veelal in het derde of vierde jaar zichtbaar wordt. Het aantal kinderen met ALL neemt bovendien al jaren toe. De onderzoekers gebruikten informatie over alle geboortes in de staat Californië en uit het register met kankerdiagnoses in diezelfde staat. Hun vermoeden was dat warmte in dat eerst trimester het sterkste effect zou hebben op de kans op kanker. Daarom keken zij bij welke zwangerschappen het eerste trimester viel in de warme zomerperiode (mei-september). Uit de analyse bleek dat vooral een verhoogde omgevingstemperatuur in de achtste week van de zwangerschap die kans vergrootte. Het onderzoek is gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet Planetary Health. Zie ook dit nieuwsbericht.
3-7 Gletsjer in Alaska smelt steeds sneller. Een enorm ijsveld op de grens van Canada en Alaska, het Juneau ijsveld, begint steeds sneller te smelten. Vanuit het 3900 vierkante kilometer grote ijsveld lopen diverse gletsjers naar de Golf van Alaska. Het smelten van dit soort landijs zorgt voor een stijging van de zeespiegel. Onderzoekers van de universiteit van Newcastle (VK) hebben in kaart gebracht hoe groot het verlies van ijs in het verre en recente verleden was. In de periode 1770–1979 verdween er gemiddeld 0,65 vierkante kilometer per jaar. Maar tussen 1970 en 2010 steeg dit naar 3 vierkante kilometer per jaar, en die stijging is nog eens bijna verdubbeld tussen 2010 en 2020, toen er jaarlijks gemiddeld 5,9 vierkante kilometer ijs verdween. De onderzoekers wijzen erop dat de gletsjers en ijsvelden op Alaska gevoelig zijn voor ‘tipping points’, bijvoorbeeld als op sommige plekken het ijs verdwijnt en de donkere rotsen tevoorschijn komen: die absorberen zonlicht en warmen op, zodat in de omgeving nog meer ijs smelt. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Communications. Zie ook dit nieuwsbericht.