Een van de thema’s die ik als wetenschapsjournalist al een tijd volg is het ontstaan van (menselijke) embryo’s. Dat was altijd simpel: een embryo ontstaat door de combinatie van een eicel en een zaadcel. Maar de afgelopen jaren zijn er allerlei complicaties ontstaan, deels door nieuwe technieken rond bevruchting, maar vooral door ontwikkelingen in stamcelonderzoek.
Dit blog gaat over dat laatste. In 2017 verscheen er in eLife een artikel van het Amerikaanse MIT, waarin beschreven werd hoe in een kweekschaaltje met zogeheten geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPSC) spontaan een embryo-achtige structuur ontstond. De stamcellen waren ontstaan door het ‘herprogrammeren’ van gewone bindweefselcellen uit de huid. De vraag was wat dit voor structuur is: een embryo, of niet?
Zwangerschap
Sinds die eerste publicatie is er veel gebeurd. Vooral de afgelopen maanden was het weer druk op dit vlak. Begin april verscheen er een studie in het tijdschrift Cell Stem Cell, waarin structuren uit iPSC’s van java-aapjes uitgroeiden tot ‘echte’ synthetische embryo’s die zelfs tot een beginnende zwangerschap konden leiden in draagmoeders. Deze zogeheten blastoïden leken verdacht veel op ‘the real thing’.
Er verschenen meteen diverse commentaren, zoals in Nature, Science en Cell Stem Cell zelf. De koppeling met menselijke cellen werd direct gelegd: als dit kan met cellen van een java-aap, zal het vermoedelijk ook kunnen met menselijke cellen. En als zo’n zwangerschap bij aapjes met verbeterde technieken voldragen kan worden, zou dat wellicht ook met blastoïden van menselijke stamcellen kunnen.
Beschermwaardig
Dit roept een boeiende vraag op: hoe ga je om met een embryo dat ontstaat uit een celkweek, en niet uit een bevruchte eicel? Die vraag is kort besproken op een blog van de Christian Medical Fellowship (Britse afdeling). Het is een vraag die ik zelf ook regelmatig heb gesteld in lezingen over dit onderwerp, en waarop ik geen pasklaar antwoord heb. Ik heb vooral nog meer vragen: Wat zeggen deze experimenten over het begin van menselijk leven? En welke gevolgen heeft dat voor ons denken daarover, vooral in de context van moderne voortplantingstechnologieën en experimenten met menselijke (rest)embryo’s.
De embryo’s uit stamcelkweekjes ontstaan in een lab. Maar wanneer zouden zulke embryo’s ‘beschermwaardig’ zijn? De stamcellen zijn dat niet. Pas wanneer je die onder bepaalde omstandigheden kweekt, kunnen ze een embryo vormen. En dan is er nog veel meer kunst-en-vliegwerk nodig om ze te laten uitgroeien tot implanteerbare embryo’s. Anders dan bij een gewone bevruchting is dit een proces waarvoor allerlei sturende ingrepen nodig zijn.
Ethisch verantwoord
De CMF blog stelt dat een menselijk embryo niet beschermwaardig is omdat het de potentie heeft om uit te groeien tot een mens, maar omdat het een mens ís, een mens die zich ontwikkelt. Het lijkt mij lastig die stellingname toe te passen op stamcelkweken die zich tot embryo kunnen ontwikkelen. Hoe moeten we dit soort embryo-modellen beoordelen?
Het CMF blog concludeert dat wanneer blijkt dat blastoïden zich kunnen ontwikkelen tot een volgroeid individu ze net zo beschermwaardig zijn als een ‘gewoon’ menselijk embryo. Het lastige alleen is dat blastoïden nogal van elkaar kunnen verschillen. De java-aap blastoïden uit het Cell Stem Cell artikel bevatten bijvoorbeeld nog niet alle benodigde celtypen, en er zaten juist veel niet-gespecialiseerde cellen in. Daarom konden ze zich maar beperkt ontwikkelen. Het is dus mogelijk blastoïden te maken die niet de ontwikkeling tot voldragen individu kunnen doormaken. Nu al kwalificeren (christelijke) ethici het gebruik van dit soort beperkte embryomodellen als ‘ethisch verantwoord’.
Zoektocht
Maar is het onthouden of wegnemen van die capaciteit om uit te groeien tot een voldragen individu in de celkweek wel ethisch? Strikt genomen is een bevruchte eicel in een kweekbakje ook niet in staat om zich tot een volgroeide baby te ontwikkelen. Er is ingrijpen nodig (transfer naar een baarmoeder) om de ontwikkeling door te laten gaan. Toch ziet de (christelijke) ethiek prille menselijke embryo’s in het lab als beschermwaardig. Wanneer we dat principe consequent doorvoeren, zou het ook niet ethisch zijn om blastoïden te kweken die niet kunnen volgroeien. Alleen, zouden dan ook de stamcellen waarmee de kweek begint niet ook beschermwaardig kunnen zijn? Dat klinkt misschien absurd, maar er is niet één moment aan te wijzen waarop zo’n celkweek de status ‘beschermwaardig als zich ontwikkelend mens’ moet krijgen.
Wat mij betreft is de vraag waar het ‘menselijk leven’ van een stamcelkweek begint niet objectief te beantwoorden. Er is in die ontwikkeling geen alles bepalend moment, zoals de bevruchting dat is onder normale omstandigheden. Dus zal er gezocht moeten worden naar andere criteria, zoals aanleg van bepaalde structuren (zoals het hart, of het centraal zenuwstelsel). Of misschien iets heel anders. Het is een zoektocht die nodig ingezet moet worden, anders zal de realiteit het ethisch denken weer eens voor zijn.
Lezingen
Over dit soort ontwikkelingen, en ook over andere ontwikkelingen in de moderne voortplantingstechnologie (zoals het maken van geslachtscellen uit stamcellen, het drie-ouder-embryo waarmee bepaalde stofwisselingsziekten zijn te voorkomen, genetische aanpassing of -testen van embryo’s en nog meer) geef ik publiekslezingen. Eerder schreef ik over dit soort thema’s een hoofdstuk in het boek ‘Geboren, niet gemaakt – reflecties op het levensbegin’.
Ook is het mogelijk mij te boeken voor lezingen over de relatie tussen geloof en wetenschap, of specifiek over schepping door evolutie. Over schepping door evolutie publiceerde ik eerder het boek ‘Gevormd uit sterrenstof’.
Informatie over inhoud en kosten van deze lezingen is via mail op te vragen.